Natasja Bosma moduledocent

Interview met Natasja Bosma, SPORTPSYCHOLOOG VSPN®

Natasja Bosma is Geaccrediteerd SPORTPSYCHOLOOG VSPN®  en werkt als moduledocent bij ISPP. Ze kenmerkt zich door de betrokkenheid die ze heeft binnen de wereld van de sportpsychologie, waaronder de Vereniging voor SportPsychologie in Nederland (VSPN). Ze is uniek in haar specialisatie, namelijk de mentale begeleiding van sporters met een beperking. In een boeiend gesprek stelde Renate Hensen, opleidingsmanager van het Instituut voor Sport- en PrestatiePsychologie (ISPP), Bosma zeven vragen over onder andere haar visie op en passie voor de sportpsychologie, misvattingen over sportpsychologie, de taken en rollen die ze heeft als sportpsycholoog en – uiteraard – haar specialisatie en ervaringen in het werken met sporters met een beperking.

1. De sportpsychologie, het wordt steeds bekender en de sportpsycholoog wordt steeds vaker ingezet. Niet iedereen weet wat sportpsychologie precies inhoudt. Wat betekent sportpsychologie voor jou? En welke misvattingen over de sportpsychologie bestaan er volgens jou?

Sportpsychologie gaat voor mij over het gedrag van mensen specifiek in een sportsetting en hoe dat gedrag verklaard kan worden. Door op zoek te gaan naar deze verklaringen, ontdek je ook waar je het beste interventies op kunt richten om het gedrag effectiever te maken en daarmee prestaties te verbeteren. In de basis ben je als sportpsycholoog dus “gewoon” een psycholoog, maar dan wel één die werkzaam is in een bijzonder werkveld. Er hoeft bijvoorbeeld niet altijd sprake te zijn van problemen of iets dat niet wil lukken als mensen naar een sportpsycholoog gaan—dat is waarschijnlijk één van de misvattingen over sportpsychologie—mensen kunnen ook naar je toekomen omdat ze iets wat goed gaat nog beter willen maken, het beste uit zichzelf willen halen. Daarbij hoeft het niet te gaan om (sport)gedrag op het allerhoogste niveau—nog een misvatting denk ik—ook op lager niveau is het voor mensen belangrijk om optimaal te kunnen presteren. Verder is sportpsychologie waarschijnlijk een stuk actiever dan de meeste mensen denken; het is vooral zelf veel uitproberen, oefenen en onderhouden. Dat gebeurt natuurlijk onder begeleiding, maar je moet het wel zelf doen!

2. Wat zijn jouw werkzaamheden binnen de (top)sport? Leg eens uit wat je allemaal doet.

Als SPORTPSYCHOLOOG VSPN® begeleid ik met mensen die actief zijn in de sport vanuit mijn eigen bedrijf Onbeperkt Presteren, dat ik in 2020 heb opgericht. Het ligt daarbij voor de hand om te denken aan sporters, sportteams en coaches, maar ik werk ook geregeld met bijvoorbeeld scheidsrechters. Dat doe ik parttime, want daarnaast ben ik moduledocent bij ISPP, heb ik een aantal bestuursfuncties binnen verschillende sportverenigingen, ben ik lid van de technische commissie van Gehandicaptensport Nederland en sinds kort ook bestuurslid van de VSPN. Bovendien sport ik zelf ook nog, op het moment vooral rolstoelbasketbal en rolstoeltennis, wat voor mij echt een uitlaadklep is. Sport is iets waar ik totaal in op kan gaan en waardoor alle andere zaken even naar de achtergrond verdwijnen.

3. Je bent moduledocent bij ISPP. Welke module geef je en wat leren deelnemers hier?

Ik geef de module Sport- en Prestatiepsychologische Diagnostiek (SPD). Het doel van deze module is om de deelnemers bekend te maken met het diagnostische proces en de verschillende methoden en middelen die daarin kunnen worden toegepast, met aandacht voor theoretische achtergronden en ethische aspecten. Om iemand goed te kunnen begeleiden en een succesvol traject te kunnen realiseren, is het belangrijk dat je interventies uitkiest die zijn toegesneden op de persoon en diens situatie. Dat betekent dat een goede diagnostische analyse belangrijk is voor het effectief werken met een sporter, coach, team of scheidsrechter. Sport- en prestatiepsychologische diagnostiek vormt daarmee de basis voor elk traject. Het geven van deze module is voor mij een prachtige combinatie van alles wat ik leuk en interessant vind, namelijk het doen van onderzoek, lesgeven, sport en psychologie. Ik kan hier dus volledig mijn ei in kwijt!

4. Naast sportpsychologie wordt ook de prestatiepsychologie vaak genoemd. Wat doe jij op het gebied van prestatiepsychologie?

Op dit moment werk ik vooral met mensen in de sport, maar dat is niet omdat ik presteerders uit andere doelgroepen bewust uitsluit. Ik denk dat de complexiteit van het presteren onder een druk die je zelf grotendeels vormgeeft door de keuzes die je maakt en de ambities en doelen die je hebt, ook terug te vinden is binnen andere werkvelden. Als iemand zich vanuit zo’n verwant werkveld bij mij aanmeldt dan is die persoon van harte welkom.

5. Welke specialisatie(s) heb jij?

Ik heb mijn bedrijf Onbeperkt Presteren genoemd en aan de ene kant bedoel ik daarmee vrij presteren, dus ongehinderd door mentale beperkingen of blokkades. Als sporter kun je bijvoorbeeld denken aan het sporten zonder dat je op de belangrijke momenten afgeleid raakt (concentratie), als team kan het gaan om samenhang en vertrouwen in elkaar (cohesie), als scheidsrechter gaat het misschien om het fluiten van sportwedstrijden zonder dat je daarbij stijf staat van de spanning (wedstrijdangst) en als coach om het coachen van sporters en teams zonder daarbij aan jezelf te twijfelen (zelfvertrouwen). Vooral in aangepaste sporten hebben mensen soms te maken met extra uitdagingen die je in reguliere sporten niet of minder tegenkomt. Daarom betekent Onbeperkt Presteren ook het beste uit jezelf halen, ongeacht eventuele fysieke beperkingen! Door mijn eigen achtergrond in aangepaste sporten, vind ik het leuk om sporters met een beperking te begeleiden, ongeacht het niveau waarop ze hun sport beoefenen.

6. Wat is het verschil tussen het behandelen/begeleiden van mensen met en zonder beperking? Wat is er vooral belangrijk bij de begeleiding van sporters met een beperking? Welke interventies doe je met name?

In feite kom ik in de begeleiding van sporters met een beperking dezelfde vraagstukken tegen als bij de begeleiding van reguliere sporters. Ook maak ik gebruik van soortgelijke interventies, gericht op het omgaan met (wedstrijd)spanning, het trainen van aandacht en gedachten, het versterken van zelfvertrouwen, enzovoort. Persoonlijk denk ik dat classificatie een belangrijk element is dat extra druk met zich mee kan brengen voor sporters met een beperking: In de meeste aangepaste sporten wordt een sport-specifiek classificatiesysteem gebruikt om sporters met verschillende handicaps—en daardoor verschillende gradaties van motorische beperking—te groeperen in sportklassen. Dit zorgt ervoor dat mensen met verschillende handicaps zowel met als tegen elkaar kunnen wedijveren in dezelfde competities, zonder dat de gradatie van iemands beperking bepalend is voor de uitkomst van die competities. Bij individuele sporten hoeft iemand met een hoge dwarslaesie het bijvoorbeeld niet op te nemen tegen iemand die “alleen” een arm mist. In teamsporten zorgt het maximaal toelaatbare aantal punten per team (in het geval van rolstoelbasketbal bijvoorbeeld 14.0) ervoor dat een coach niet alleen spelers met de kleinste beperkingen in kan zetten, maar gebruik moet maken van combinaties van spelers met kleinere en grotere beperkingen die ieder naar eigen kunnen participeren in het team en elkaar daarbij kunnen aanvullen. Het hele proces rondom de classificatie kan voor een atleet spannend zijn, maar ook het feit dat iemands classificatie bepalend kan zijn voor de line-ups die een coach gebruik en de verdeling van speelminuten binnen een team. Om een concreet voorbeeld te geven van de manier waarop classificatie kan doorwerken in de prestaties van een sporter: Ik heb een keer gewerkt met een individuele parasporter die bij de belangrijke wedstrijden moeite had om zijn aandacht vast te houden en de wedstrijd eruit te slepen. Het ging om een snelle sport, waarbij focus en alertheid belangrijk waren, dus concentratie was een aandachtspunt Tijdens het traject kwamen we erachter dat hij in die belangrijke wedstrijden moest spelen tegen iemand met dezelfde classificatie, terwijl hij regulier vaak in valide competities meedeed, waarin hij sowieso altijd de underdog was. Juist tegen iemand in dezelfde klasse wilde hij laten zien wat hij in zijn mars had, waardoor hij te maken had met extra spanning. Classificatie speelt natuurlijk niet altijd mee, maar ik denk dat het bij de begeleiding van sporters met een beperking wel belangrijk is om kennis te hebben van het type beperking en de manier waarop die mogelijk van invloed kan zijn op het functioneren binnen een sport.

7. Stel, iemand die dit leest is geïnteresseerd is in de opleiding SPP, maar weet nog niet 100% zeker of hij de opleiding gaat doen. Wat is jouw advies? Wat zijn struggles van een sportpsycholoog? En wat zou iemand écht missen als hij geen sportpsycholoog zal worden?

Ik ervaar sportpsychologie als een heel creatief en divers werkveld, waarin met name de interactie met de mensen waarmee je werkt heel inspirerend kan zijn. Elk traject is weer een zoektocht naar wat het beste werkt en waar iemand het meeste mee geholpen is. Ik steek altijd veel tijd en energie in een traject, maar krijg er ook veel energie van terug. Het is alleen wel een werkveld waarin je voor jezelf een plekje moet veroveren en waarin je jezelf moet ontplooien om effectief te kunnen zijn. De opleiding SPP geeft daarvoor de mogelijkheid.

Inhoudelijke blogs en info over onze leergang ontvangen? Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief.